De Kalahari woestijn in Namibië is eigenlijk geen echte woestijn, maar een halfwoestijn, omdat er te veel regen valt om een echte woestijn te mogen heten. De Kalahari strekt zich naast Namibië ook uit over Botswana en Zuid-Afrika. Het is een verlaten gebied, waar de natuur is nog puur en onaangetast is.

We kennen de Kalahari woestijn met name vanwege haar oranjerood gekleurde zandduinen, maar je vind er ook savannes, steppes en graslanden. Ook is er begroeiing in de vorm van acaciabomen, struiken en graspollen. In de regenperiode, november tot maart, wordt de woestijn omgetoverd tot een groene oase. Wild spotten kun je het beste doen in de droge periode.

Tijdens een wandeltocht in de Kalahari maak je kennis met de verrassende wereld van deze woestijn: vele dieren en planten leven in deze halfwoestijn, zoals springbokken en struisvogels. De acaciabomen dienen als nestplek voor grote vogelnesten, de zogenaamde “Kalahari hotels”. Om de Kalahari goed te verkennen, is het aan te raden om met een gids op pad te gaan. Hij heeft een diepe kennis van de natuur en het dierenleven.